Acht dagen met engel

Het boek 'acht dagen met engel' is geschreven door Tanneke Wigersma.

Op een dag zit er zomaar een meisje naast Silke op het bankje in het park. Ze heet Engel.
Silke heeft geen zin om met haar te praten, maar Engel blijft gewoon tegen haar kletsen.
De volgende dag blijkt er een nieuw meisje te zijn in de klas; het is Engel en ze komt naast Silke zitten. Silke vindt het maar niets.
Het liefst is ze alleen en droomt ze stilletjes voor zich uit.
Dan bedenkt ze soms dat ze een koe is die in de wei staat, of een wolk in de lucht.
Op die momenten heeft ze niks te maken met het meisje Silke dat thuis een vader, een moeder en een zusje van bijna acht heeft.
Ondanks Silkes afwerende houding blijft Engel contact met haar zoeken.
En Silke ontdekt dat ze het eigenlijk best gezellig vindt om een vriendin te hebben.
Maar Engel mag niet te dichtbij komen, want dan ontdekt ze haar geheim.
Een geheim dat zo groot is dat ze het aan niemand durft te vertellen, een geheim van Silke en haar vader alleen.